zaterdag 17 augustus 2019

Kayakonderdelen


Apummaq - Gunwale - Dolboord (bovenste gang van de kajak, die de constructie en sterkte bepaalt)
Paaq - Cockpit coaming - Kuiprand
Masik (eerste gebogen dekbalk voor de kuip, waar de kuiprand op rust)
Tunersuk - Deck stringer - Deklat
Niutaaq - stems - Stevens (voor en achter)
Kujaak - Keel - Kiel
Siaaneq - Chine - Kimlat
Isserfik - Aft deck beam - Rugbalk (eerste dekbalk achter de kuip, waar de kuiprand op rust)
Tippik - Frame or Rib - Rib




De Groenlandpeddel


De Groenlandpeddel is, net als de kajak, iets bijzonders. Waarom die peddel zo speciaal is kan ik moeilijk uitleggen. Ja, simpel en eenvoudig en praktisch, maar... Geniaal zou een betere omschrijving zijn, maar dat is gevoel. In elk geval pak ik zonder dat nu echt uit te kunnen leggen steeds maar weer een van mijn Groenlandpeddels en niet mijn ultralight ergonomische super-euro-peddel. En dat zegt wat. En dan is die Groenlandpeddel ook nog eens heel eenvoudig zelf te maken, bij wijze van spreken op een druilerige zondagmiddag.







Coaten en afwerken






Skin 2: het naaiwerk









Skin

Een echte Groenlander wordt natuurlijk bekleed met zeehondenvellen. Maar ja, dan zou ik op het Marsdiep zeehondjes moeten gaan schieten en dat zou ik niet kunnen, ik denk ook niet dat ik daarmee weg zou komen. En dan die huiden traditioneel behandelen, een maandje in overjarige urine weken... nee, dat gaat hem echt niet worden. 

Mijn kajak is bekleed met ballistic nylon, stof die ook in bomvesten wordt gebruikt ter bescherming tegen onder andere bomscherven. Best sterk spul dus. En dat dan nog met urethaan gecoat. Vaak wordt nylon skin-on-frame met een wat dikkere naad genaaid, want het rafelt heel snel. Ik heb een vlakke naad aangehouden, daarvoor is de stof niet geknipt maar gesmolten over een tijdelijk geleide-latje (foto linksboven) en daarna met een kruislingse dubbele naad genaaid. De skin is gecoat met 6 lagen urethaan.









Check check double check, en afwerken


Dan zou alles goed moeten zijn. Kan ik er dan goed in zitten, en instappen, en uitstappen? Gelukkig wel, je zal er dan achter komen dat-ie niet past... Dan de afwerking van de kuip, bevestiging voor de rugsteun, een vloertje om op te zitten en te staan, en de gaatjes om straks alles vast te naaien bij het skinnen.







De paaq, oftewel de kuiprand

De kuiprand wordt uiteindelijk het gat waar je onderlijf wel op een redelijke manier doorheen moet kunnen. Niet alleen bij het instappen, maar ook als je in een noodgeval zwemmend de boot zou moeten verlaten. Aan de andere kant moet die kuip niet te groot zijn, je lichaam moet een eenheid vormen met de boot dus je moet jezelf er redelijk stevig in vast kunnen zetten. Groenlanders hadden een kleine paaq; die deden niet aan zwemmend de boot verlaten. In ijskoud water is dat geen reële optie. 

Dan moet hij ook nog een rand hebben om een spatzeiltje achter vast te zetten en geschikt zijn om later de skin op vast te naaien. Alweer maatwerk dus. En dan moet het een gangbare maat zijn zodat er nog een spatzeil voor te krijgen is (of je moet dat ook zelf maken natuurlijk, het kan uiteraard). Mijn kuiprand is van strookjes waaibomentriplex, tot een lint aan elkaar geknoopt en zo rond een mal gelamineerd met epoxy.







De masik en de rest van de dekopbouw

De beurt is weer aan het dek. Tijd voor de gebogen dekbalken zoals de masik. De masik draagt straks de voorkant van de kuiprand, de achterkant rust op de rugbalk, de isserfik. Dat moet dus straks kloppen met de maat van de kuiprand (volgende bladzijde). De dekbalk die als voetsteun dienst doet wordt opgehoogd, en die hoogte moet uiteraard weer zo zijn dat je je voeten er goed tegenaan kunt zetten, stevig maar ontspannen. Daar moet het dek dus ook hoog genoeg voor zijn. Naast beenlengte is de schoenmaat dus ook nog iets om rekening mee te houden. Voor en achter komen daar dan de deklatten overheen, ook weer geknoopt. Die moeten wel nog voldoende ruimte laten voor de luchtzakken die straks voor drijfvermogen moeten zorgen, want ja, safety first.








Maken van de tippuk's

De ribben heb ik van 6 mm eiken latjes gemaakt. Om ze in vorm te buigen worden ze eerst een paar dagen geweekt in water en daarna gestoomd. Voor het stomen heb ik een stoomboxje gemaakt, gewoon een houten kistje eigenlijk, met een kookplaatje met een aangepaste fluitketel erop. Met latjes zodat de ribben goed rondom in de stoom liggen. 

Om ze een beetje uniform te buigen heb ik een instelbaar buigraam gemaakt. De Groenlanders bogen uit de losse pols, maar dat vertrouwde ik mezelf toch niet toe. Over het buigraam trek je de gestoomde latten strak met een band, dat voorkomt veel breuk. Natuurlijk gaat er wel eens eentje kapot, maar over het algemeen had ik toch niet veel verlies.










Tippik, kujaak en siaaneq

De kajak krijgt vorm, het frame zit in elkaar (nou ja, in elk geval de basis-onderdelen) en de ribben (zie de volgende pagina over het stomen en buigen van de ribben), kiel en kimlatten kunnen erop. Daarbij is het wel zaak de ribben waar nodig een beetje bij te werken zodat een mooi vloeiende lijn ontstaat.  

Hier bepaal je ook de wendbaarheid van de kajak, als je de ronding van de kiel sterker maakt, door de ribben in het midden hoger en aan de uiteinden lager te maken, krijg je een wendbaardere maar minder koersvaste boot. Overigens zit het diepste stukje van de kajak bij de hielen om ruimte voor de voet te houden. Dat schijnt ook goed te zijn voor de vaar-eigenschappen. 

De ribben heb ik niet vastgezet, die zitten later toch wel vast in de skin en tot die tijd hebben ze een beetje ruimte nodig om zich wat te kunnen zetten. Kimlatten en kiel worden weer geknoopt. Inuit doen dat vaak met één lange lijn, maar ik heb elke individuele verbinding met een aparte draad gedaan. Lange lijnen hebben als nadeel dat als er ergens iets stuk gaat alles los raakt. Bovendien kun je er met een rits of zoiets in blijven haken mocht je onverhoopt zwemmend je boot uit moeten.