zaterdag 17 augustus 2019

Nog een kajak? Ja!




Na de bouw van mijn zeiljachtje Marie (ontwerp François Vivier) en een lattenbouw zeekajak (ontwerp Bear Mountain/Steve Killing) wilde ik nog een kajak maken, een skin-on-frame Groenlander deze keer. “Waar is dat nu weer voor nodig, je kunt toch maar in één tegelijk varen ” vond mijn vriendin. En ja, dat klinkt ook wel logisch maar… het ligt toch nèt even anders. 


Want een skin-on-frame Groenland-kajak is echt heel anders om te bouwen, iets unieks. Dat komt omdat je die bouwt volgens technieken die de Groenlanders al eeuwenlang gebruikten, en die een hele mooie boot opleveren. En daarbij, ik bouwde zonder tekening of plan, gewoon stap voor stap zoals de Groenlanders deden. En dat werkt ook nog. Voor de maat gebruik je gewoon jezelf, want zo’n Groenland-kajak is een individuele kajak, op je eigen persoonlijke maat. Lengte, breedte, gewicht, beenlengte, armlengte, handbreedte en nog een paar. En met de eigenschappen die ik zelf kon kiezen: de stabiliteit, wendbaarheid en dergelijke beïnvloed je door keuzes die je tijdens de bouw maakt. Een persoonlijke kajak dus. Natuurlijk was dat wel een gokje af en toe, maar dat maakt het spannend. 


Als je er de boeken op naslaat zie je in historische Groenlandse kajaks precies dezelfde technieken terug. In principe geknoopt en genaaid, niet gelijmd of geschroefd. Maar toch is het ook weer geen historische boot. De gebruikte materialen zijn namelijk modern. Dat is voor een deel natuurlijk gemakzucht. Op Groenland groeien geen bomen die bouwhout voor boten leveren. Dus de Groenlanders waren vroeger aangewezen op drijfhout dat door de zee werd aangevoerd. Zeldzaam en dus uiterst kostbaar. Pas in de 19e eeuw waren planken voor kajaks beschikbaar op handelsposten. Nu zou drijfhout op zich nog wel kunnen. Maar de skin kwam van zeehondjes, en ik zie mijzelf toch echt niet op het Marsdiep de benodigde zeehonden schieten en daarna de huiden op traditionele wijze prepareren. Ik zou daar echt niet mee wegkomen en dat is maar goed ook. Ik zou het trouwens niet kunnen ook. Moderne materialen dus, en een moderne houtkeuze. Yellow ceder voor het grootste deel, met eiken ribbetjes, en red ceder voor de peddels. Geen zeehondendarmen of reepjes leer voor het knoop- en naaiwerk maar dyneema visdraad dat op 0,45mm dikte ruim 50 kilo kan hebben. En een skin van ballistic nylon met een urethaan coating. En ja, toch een paar schroeven voor de deklijnen, en een beetje epoxy voor de gelamineerde cockpit-hoepel.



En het leuke is dat het inderdaad een goede kajak oplevert. En een mooie, maar daarover valt natuurlijk altijd te twisten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten